dinsdag 14 juni 2016

Uit de oude doos - Oostenrijk-Hongarije

     Als prins Filip … euh koning Filip …  morgen uitglijdt op een marmeren trap van zijn paleis en daar zijn nek bij breekt, is zijn oudste dochter, Elizabeth, in mijn ogen nog wat te jong om hem op te volgen. Dan komt de zus van Filip in beeld, Astrid, die getrouwd is met Lorenz, een rechtstreekse afstammeling van Maximiliaan van Oostenrijk. Zou dat niet leuk zijn, zo’n echte Habsburger in het koninklijk paleis?
     Die Habsburgers zijn ondertussen wel  heel wat van hun pluimen verloren. Vroeger stonden ze aan het hoofd van de zogenaamde dubbelmonarchie. Ze waren keizer en koning tegelijk, respectievelijk van Oostenrijk en van Hongarije. Die twee k’s –  van keizer en koning –  waren voor de Duitse auteur Robert Musil de aanleiding om hun rijk in ‘Man zonder eigenschappen’ (1343 blz.) ‘Kakanië’ te dopen.
     De laatste Habsburger die nog iets te betekenen had was Otto, oom van onze Lorenz. Toen hij vier was, in 1916, is hij heel even kroonprinsje geweest, maar twee jaar daarna, door de nederlaag in de eerste Wereldoorlog, was het gedaan met Kakanië. Otto heeft het dan later, van 1979 tot 1999,  tot lid van het Europees parlement gebracht. Omdat hij al oud was, zo wordt verteld, en omdat democratie vervelend is, viel hij op vergaderingen vaak in slaap. Eén keer werd zo’n vergadering opgeschort omdat er een belangrijke voetbalmatch was. Otto werd wakker gemaakt: ‘De match begint, Otto, Oostenrijk-Hongarije!’ – ‘Aha, en tegen wie spelen we,’ vroeg Otto.

 Oorspronkelijk geplaatst op 20 september 2015

Geen opmerkingen:

Een reactie posten