donderdag 1 februari 2018

Argumentum ad Hitlerum

    Het argumentum ad Hitlerum wordt dezer dagen veel te weinig gebruikt. Af en toe wordt een nationalist - of een echte of vermeende racist - verweten dat zijn standpunten op die van Hitler gelijken. En ’t is waar. Hitler was een groot voorvechter van het nationalisme en een groot tegenstander van rassenvermenging. Maar er was zoveel waar hij voor en tegen was.*
     Je moet maar even door de Tischgespräche bladeren en je vindt wel iets naar je gading. Voor het christendom (‘Jesus was een Ariër’), tegen het christendom (‘Paulus was een Jood’), voor de oorlog (‘het houdt de natie jong’), tegen de oorlog (‘Joden zijn oorlogsstokers’), voor ware vroomheid (‘nederigheid ten aanzien van het mysterie’), tegen godsdienst (‘een bedrieglijke uitvinding van de papen’), voor het socialisme (‘sociale rechtvaardigheid en planeconomie’), tegen het socialisme (‘gelijkheidsleugen van de Roden’), voor de moslims (‘ze hebben tenminste een fatsoenlijke hemel’), tegen de moslims (‘geperverteerd Jodendom’), voor de Engelsen (‘tolerant’), tegen de Engelsen (‘uitbuiters’), voor euthanasie (‘genadedood’), tegen abortus (‘een misdaad tegen het ras’), voor de jacht (‘een onschuldige ontspanning’), tegen de jacht (‘lafaards die konijnen neerknallen’). Bij een kwaadwillige lezing krijg je wel eens de indruk dat de Filosoof van Linz niet vrij is van enige tegenspraak.**
     Er wordt aan Hitlers tafel over elk mogelijk onderwerp gesproken en gedebatteerd: over het leven op andere planeten, over het voortbestaan na de dood, over de kinderachtigheid van leraren, over de rol van intuïtie in de meteorologie, over de noodzaak om godsdienstlessen te vervangen door een vak algemene filosofie. Daarbij zijn maar weinig onderwerpen waarover de Führer onbuigzaam één lijn aanhoudt. Maar die onderwerpen bestaan. Het zijn onder andere de Joden (tegen), de kapitalisten, de bourgeois en de vrije markt (tegen), de bureaucratie (tegen), natuurbehoud (voor), gezonde voeding (voor), de Verlichting (voor), de Amerikanen (tegen).***
     Hier ligt een schat aan retorisch materiaal. Wie meent zijn discussieopponent een gevoelige slag toe te dienen door hem met Hitler te vergelijken, moet maar zijn hand uitsteken - de argumenten liggen voor het grijpen. Je kunt Hitler in stelling brengen tegen haast iedereen: de christenen, de christenhaters, de gelovigen, de atheïsten, en, inzake buitenlandse politiek, de ‘haviken’ en de ‘duiven’. En verder de socialisten, de kapitalisten, de islamofielen, de islamofoben, de anglofielen, de anglofoben, de antibureaucraten, de zionisten, de antizionisten, de Amerika-haters, de Verlichtingsadepten, de jagers, de dierenvrienden, de macrobiotiekers en de groenen.

* De mening van je opponent vergelijken met die van Hitler is eigenlijk altijd een zwak argument. Kenmerkend voor Hitler waren niet zijn meningen, maar de fanatieke meedogenloosheid waarmee hij bereid was ze in de praktijk te brengen.

**De citaten tussen aanhalingstekens zijn niet letterlijk. Ik ga het boek nu ook weer geen tweede keer doornemen.

*** Ik heb ondertussen wat verder gelezen en nu blijkt dat Hitler wel iets zag in Amerika’s industriële standaardisering. - Een van de weinige onderwerpen waar Hitler niet over spreekt is dat van de immigratie. Hij heeft het des te meer over het drama van de emigratie. Dat honderdduizenden Duitsers zijn uitgeweken naar de Verenigde Staten is voor hem hetzelfde als waren ze neergeschoten en vergast. Voor decadente individualisten zoals wij is er een groot verschil: honderdduizenden persoonlijke drama’s tegenover honderdduizenden verhalen van hoop op een nieuwe toekomst. Maar voor Hitler is de rekeneenheid het ras. Honderdduizenden Duitsers die het geboorteland verlaten, dat betekent een gruwelijke wonde in het lichaam van de collectiviteit. Vanuit dezelfde redenering vindt hij het helemaal niet erg als in een oorlog veel Duitsers sneuvelen, op voorwaarde dat er tegelijk evenveel nieuwe Duitsers geboren worden. Als door de oorlog meer kinderen geboren worden dan er soldaten sneuvelen, is dat zelfs pure winst.  



1 opmerking:

  1. Hitler was op veel vlakken een voorbeeld voor de linkse groenen. Hij was een overtuigd ecoloog en zelfs een vegetariër. Hij rookte niet en dronk geen druppel alcohol. Churchill daarentegen rookte als een ketter, dronk zich iedere dag een stuk in de kraag en vrat zich de bof aan het lekkerste wat te vinden was. Op politiek vlak echter waren ze elkaars tegenpool.

    BeantwoordenVerwijderen